dinsdag 30 augustus 2011

Week 1 - Geschokt!

Momenteel heb ik 100 pagina's gelezen in het boek. Mijn vragen beginnen stilaan een antwoord te krijgen. Van meerdere verhalen stond ik versteld, maar door onderstaand verhaal was ik echt geschokt. In dit stukje krijgt vroedvrouw Clara Dresselaers rechtstreeks de vraag om een zwangerschap te onderbreken en lezen we haar reactie..

De moeder van Rozeke heeft de vroedvrouw ontboden om haar vijftienjarige dochter te onderzoeken, maar ook om het meisje de levieten te lezen en ze uit de nood te helpen. Met 'de nood' bedoelt ze de niet verwachte vrucht in het kinderlichaam.
'Vroedvrouw, ze is dan maar een kind, voor de rest is ze goed geschapen; ze heeft meer dan ik had op die leeftijd. Ge moet niet naar haar verwarde verhalen luisteren, want...'
De moeder zwijgt. Zenuwachtig plukken haar vingers vermeende pluisjes van haar jurk. Clara vermoedt waar ze naartoe wil: deze moeder zoekt naar een gepaste verpakking voor haar afgrijselijke ontdekking. Zwijgen denkt Clara, voorlopig zwijgen. Onzeker gaat de vrouw verder: 'Ik dacht dat ze wat scharrelde met de buurjongen. Dan ben ik Rozeke gaan controleren... maandelijks, bedoel ik... en wat moest komen, kwam niet. Een koekoeksjong in ons nest, verdomme!
Ik ben bij de buurjongen gaan opspelen, ik heb dikke ambras gemaakt. Die trok mij achter het kippenhok: "En dat ik mijn man maar eens op de rooster moest leggen!" Dat zei hij vlak in mijn gezicht, de smeerlap!
Ik heb ons Rozeke geknepen tot ze blauw zag... en bekende. Het zou al jaren bezig zijn. Ik heb ooit gedacht dat mijn man op een ander liep. Natuurlijk deed hij dat, onder mijn eigen dak. Met mijn eigen vlees en bloed! Dat vertelt Rozeke, maar ik kan het niet geloven. De buurjongen is komen dreigen dat we hem buiten de affaire moeten houden, anders zal hij de politie vertellen over het gescharrel van vader met dochter. En nu gij!' Ze kijkt Clara aan alsof die voor deze bevruchting verantwoordelijk is.
Zeg enkel wat je meent, denkt Clara en tot de vrouw zegt ze: 'Moeder, we moeten drie zaken gescheiden houden. Vooreerst dat het kindje in vrede en rust in Rozeke moet kunnen groeien. Vervolgens dat de relatie tussen uw man en u op een volwassen wijze moet benaderd worden; ik wil mee op zoek gaan naar verantwoorde hulp. Ten slotte: als het waar is dat uw man zijn dochter seksueel misbruikt, dan moet daar een einde aan komen. En nu wil ik uw dochter onderzoeken, alleen alstublieft!'
Mopperend trekt de moeder zich terug. Het verlegen kind opent met schroom haar dijen. Clara ziet kneuzingen aan schede en aars. Sussend bemoedert ze het meisje en constateert dat de vrucht zes maanden oud is. In de welgeschapen borsten bemerkt ze rode tandindrukken. Ze probeert één vraag: 'Is vader zo brutaal geweest, meisje?' Het antwoord is simpel: 'Ja.' Ze ligt daar met opengesperde ogen, woordeloos. Zacht zegt Clara: 'Verzorg u goed onderaan. Iedereen moet van uw lijf blijven. Ik stuur een dokter voor genezing van die beten.' Nadien tegen de moeder: 'Zes maanden ongeveer. Rozeke moet gespaard worden. Gij, als moeder moet daarvoor zorgen. Denk erom, hier komt een dokter bij te pas.'
'Hoe durft ge!' briest de moeder. 'Niets te dokteren. Ik heb u laten komen om het kind weg te maken... Ik bedoel, kunt ge ons niet uit de nood helpen?'
Met haar zachte hese stem zegt Clara: 'Luister goed, ik zeg het maar één keer: onze stiel is bedoeld om in de beste omstandigheden nieuw leven op de wereld te zetten, met de beste nazorg voor moeder en kind. Wij zijn er niet om te moorden en om de problemen van wellustelingen op te lossen. Doe geen stomme dingen, want elk woord zeg ik ook tegen de dokter. Wees wijs, bezin u en tracht uw gezinsleven opnieuw in te richten. Ik wil bemiddelen voor gepaste hulp daarbij. Op dit adres kunt ge mij bereiken. Ik kom terug. Moeder toch, red wat uw man heeft verprutst.' Trillend van onderdrukte emoties verlaat Clara dit in puin geslagen gezin.
Twee maanden laten, vier weken te vroeg, baart Rozeke een mongoloïde dochter. (pp. 85-86)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten